Dit artikel verscheen eerder in Felix krant (2009): Het moet in het jaar 1966 zijn geweest dat Ramses Shaffy verzeild raakte op een van de multimedia avondjes die de legendarische Koos Zwart onder de naam “Provadja” organiseerde in de voormalige filmzaal op de tweede verdieping aan de achterzijde van het gebouw Felix Meritis. Dit gebouw dat in Amsterdam bekend stond als het hoofdkwartier van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de redactie van De Waarheid huisvestte (de huidige Kremlinzaal), werd uit financiële noodzaak door de CPN incidenteel verhuurd aan verenigingen en organisaties die voor hun activiteiten een zaaltje zochten. Zo was ook de culturele undergroundclub Provadja er terecht gekomen.
Ramses voelde zich er onmiddellijk helemaal thuis. De zaal was verduisterd, er hingen lakens vanaf de balkons naar beneden, er waren geen zitplaatsen, maar wel een soort podium waarop acts te zien
waren. Het publiek kon lopen liggen of staan in de zaal die voornamelijk verlicht werd door de flakkering van de non-stop vloeistofdia projectie afgewisseld met dansachtige performances, illusionistische acts, gedichten en muziek. Uiteraard mocht er gewoon gerookt en gedronken worden. Wie hierin de latere succesformules van de Roxy en aanverwante bedrijven herkent zit er waarschijnlijk niet ver naast. Voor Ramses gold dat hij getuige was van een herinterpretatie van de formule die hijzelf enige jaren daarvoor in het Miranda paviljoen aan de Amstel in Amsterdam onder de naam Shaffy Chantant ten doop had gehouden. Het moet hem hebben opgewonden en gevleid te zien dat de voorhoede van de toenmalige jeugdcultuur er wel raad mee wist. Hij zag ook dat de ovale zaal met balkon een ideale uitvalsbasis kon bieden wederom een nieuw vast programma in Amsterdam te presenteren. Hij wist zijn toenmalig management: M.M. Chanowski Productions NV ervan te overtuigen dat de zaal gehuurd moest worden voor een waardige opvolger van het vermaarde Shaffy Chantant. Thijs Chanowski slaagde er in met de CPN een huurovereenkomst van een jaar te sluiten, op verzoek van Ramses de Merkelbach Groep aan te trekken om de zaal van boven tot onder te beschilderen met psychedelische motieven en financierde de aankoop van tweede hands Perzische tapijten en spoorbielsen, die verzaagd en bekleed met eveneens Perzische tafelkleden voor de noodzakelijke eenheid in vormgeving van de zaal moesten zorgen. Intussen had Ramses een omvangrijk nieuw ensemble samengesteld. Naast het trio Louis van Dijk traden nog vier jonge kunstenaars toe waarvan Thijs van Leer de bekendste is. Behalve Liesbeth List en Ramses stonden er dus nog zeven artiesten op het piepkleine podium van de Filmzaal van Felix Meritis die voor de gelegenheid was omgedoopt tot Theaterzaal. Het nieuwe programma ging in 1967 in première onder de naam Shaffy Chantate en stond gedurende één seizoen in Felix. Op de affiches stond: Ramses in Felix, in een poging zo
veel mogelijk publiek naar deze gloednieuwe speelplek te lokken. Publiek kwam in groten getale, in de weekends moesten de balkons worden volgepropt en van een tweede rij stoelen voorzien om zo veel mogelijk belangstellenden te bergen. Het is dus niet zo verwonderlijk dat Ramses na dit seizoen door wilde, nu met een variant op het programma: minder vast van opzet, veel gastoptredens en meer ad hoc geprogrammeerd. Wie iets weet van showbizz of theatermanagement zal begrijpen dat de opzet van het Chantate seizoen niet of nauwelijks uit de kosten kon komen, zeker als alle investeringen in zaalinrichting en techniek meegerekend worden. Toen ondanks het publiekssucces de financiële eindafrekening desastreus bleek te zijn was een breuk tussen Ramses en
Thijs Chanowski onafwendbaar. Ramses kwam tot een akkoord met zijn toenmalige tourneemanager en bedrijfsleider van het Chantate programma in Felix, Steve Austen, over een nieuwe opzet. Austen zou voor eigen rekening en risico een nieuwe huurovereenkomst met de CPN sluiten, vrij zijn ook andere programma’s dan dat van Ramses te programmeren en zou optreden als de belangenbehartiger van Ramses. In ruil voor zijn ondernemersrisico verleende Ramses aan Austen het exclusieve recht alle programma’s die hij in Felix zou programmeren onder de naam Shaffytheater naar buiten te brengen. Een en ander werd vastgelegd in een overeenkomst die eind 1968 werd getekend. Vanaf die datum was de naam Shaffy, ook zonder fysieke aanwezigheid van de meester, aan de steeds omvangrijker wordende programmering in het gebouw Felix Meritis verbonden. Dit mooie plan was nog bijna gesneuveld als niet Thijs Chanowski bereid was geweest Steve Austen een garantie te verstrekken voor de huur die Austen voortaan aan de CPN verschuldigd was. Helaas valt de betekenis van Thijs Chanowski voor het culturele leven van Amsterdam buiten het bestek van dit artikel. Zijn mecenaatachtige attitude die het mogelijk maakte behalve Ramses persoonlijkheden als Anton Kothuis, Matthijs van Heijningen, Ritsaert ten Cate en vele anderen aan zijn multimediabedrijf te verbinden is sindsdien in die mate niet meer voorgekomen. Het Shaffytheater opende met het programma Shaffy Verkeerd, waarin veel ruimte was voor gasten. Regelmatige gast was Rob van Houten, maar ook Anneke Grönloh en Hans Hudson waren regelmatig te zien. Zelfs Loesje Hamel was er nog eens in een van haar laatste openbare optredens. Gaandeweg was Ramses zelf steeds minder aanwezig en ontwikkelde zich min of meer organisch de programmaformule waarmee het Shaffytheater, ”het theater waar alles kan”, in de jaren 70 triomfen vierde. In de loop der jaren waren ook de Concertzaal en de Zuilenzaal in gebruik genomen. In het weekend waren in sommige zalen wel drie voorstellingen achter elkaar, was er livemuziek in het café en met enige onregelmatige regelmaat vond een totaalweekend in het hele gebouw plaats waarvoor publiek bereid was uren op de gracht in de rij te staan om toegelaten te worden volgens het principe: één eruit is één erin. In het topjaar trok Shaffy 85.000 bezoekers. Het succes was mede te danken aan de series die de ‘vaste’ bespelers gaven: Neerlands Hoop in Bange Dagen, Funhouse en Baal, gevolgd door de nieuwe Nederlandse dansscène: Krisztina de Chatel, Dansproductie en niet te vergeten Truus Bronkhorst. Nog voor de Movies in Amsterdam zijn deuren opende had Shaffy zelfs de primeur van het eerste filmhuis van Amsterdam in de omgebouwde Teekenzaal. De muziekgroepen die regelmatig optraden verdwenen later naar hun eigen nieuwe speelplekken het Bimhuis en de Ysbreker. Na twintig jaar was de Shaffyformule om tal van redenen aan herijking toe. Een nieuw bestuur koos voor een nieuwe toekomst: meer internationaal gerichtnaast podiumkunst ook aandacht voor reflectie en (bedrijfseconomisch heel belangrijk:) naast het avondbedrijf ook dagactiviteiten. De naam Shaffytheater verdween en de Felix Meritis Foundation werd de nieuwe merknaam. Inmiddels zijn we wederom twintig jaar verder en kan gesteld worden dat de onconventionele allround kunstenaar en pionier Ramses Shaffy een niet te onderschatten rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het huidige Felix Meritis. Hij is de afgelopen decennia zo af en toe met eigen ogen komen kijken wat er van zijn geesteskind geworden is. Bij die gelegenheden was hij iedere keer weer vol nieuwsgierigheid en verbazing over wie en wat er allemaal in “zijn” gebouw aan het werk waren. Bij gelegenheid van het lustrum van Felix Meritis dat onlangs werd gevierd, is Ramses opgenomen in de eregalerij, uitgevoerd door de kunstenaar Joseph Semah en voor een ieder te bezichtigen in de lift van Felix. Voor de huidige directie van Felix is Ramses een symbool voor de noodzaak van onconventioneel denken en handelen, zo nodig in deze tijd, als aanjager van processen en inspiratie voor alle mogelijke samenwerkingsprojecten met zo op het oog niet zo voor de hand liggende partners. Tomeloos, grenzeloos gulzig en nieuwsgierig naar de nieuwe tijd, open voor nieuwe ontwikkelingen, groots in geesteshouding en onbetamelijk gul in het schenken van aandacht; zo hebben wij Ramses leren kennen en waarderen. Als Felix er in slaagt enkele van deze “waarden” in praktijk te brengen, mogen we niet ontevreden zijn.